Bodemkwaliteit — Bemonstering — Deel 205: Leidraad voor de procedure voor onderzoek van natuurlijke, bijna-natuurlijke en gecultiveerde locaties
Dit document geeft richtlijnen voor het bemonsteren van bodems van— natuurlijke en bijna-natuurgebieden,— natuurlijke boomgebieden, met inbegrip van bossen en wouden,— voor landbouw gebruikte oppervlakten (bouwland en weiland) — gebieden die worden gebruikt voor tuinbouw (met inbegrip van binnenlandse tuinen, volkstuinen), en— gebieden die worden gebruikt voor de teelt van speciale gewassen, boomgaarden, wijngaarden, commerciële plantages en bossen, enz.Het is van toepassing op— bodemonderzoeken en -evaluaties in het veld, en— verzameling van monsters voor chemische, geochemische, fysische en biologische karakterisering van bodem en bodemmaterialen in het laboratorium.Dit document beschrijft passende strategieën voor het ontwerp van bemonsteringsprogramma' s, veldprocedures en daaropvolgende behandeling van monsters voor transport en opslag voorafgaand aan monstervoorbehandeling (bijv. drogen, malen). Het is bedoeld voor gebruik in combinatie met de andere delen van de ISO 18400-serie. De aandacht wordt in het bijzonder gevestigd op de eisen met betrekking tot het verzamelen, hanteren en opslaan van grond voor beoordeling van biologische functies in ISO 18400-206.
View in