Norm ASTM E0647-13E01
1.1 Deze testmethode2 omvat de bepaling van de groeisnelheid van vermoeiingsscheuren van bijna-drempel tot Kmax gecontroleerde instabiliteit. De resultaten worden uitgedrukt in termen van het spannings-intensiteitsfactorbereik van de scheurpunt (ΔK), gedefinieerd door de theorie van lineaire elasticiteit .
1.2 Er zijn verschillende testprocedures beschikbaar, waarbij de optimale testprocedure voornamelijk afhankelijk van de grootte van de te meten vermoeiingsscheurgroei.
1.3 Materialen die met deze testmethode kunnen worden getest, zijn niet beperkt door dikte of sterkte, zolang de monsters maar voldoende dik zijn om knikken te voorkomen en voldoende vlakke afmetingen hebben om overwegend elastisch te blijven tijdens het testen.
1.4 Er is een reeks monstergroottes met proportionele vlakke afmetingen beschikbaar, maar de grootte is variabel om aan te passen aan de opbrengst kracht en toegepaste kracht. De dikte van het monster kan onafhankelijk van de vlakke grootte worden gevarieerd.
1.5 De details van de verschillende exemplaren en testconfiguraties worden getoond in Bijlage A1-< a style="color:red" href="#an2">Bijlage A3. Specimenconfiguraties die niet in deze methode zijn opgenomen, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat gevestigde kalibraties van de spanningsintensiteitsfactor beschikbaar zijn en dat de specimens voldoende vlak zijn om overwegend elastisch te blijven tijdens het testen.
1.6 Restspanning/scheursluiting kan de groeisnelheidsgegevens van vermoeiingsscheuren aanzienlijk beïnvloeden, met name bij lage spanningsintensiteitsfactoren en lage spanningsverhoudingen, hoewel dergelijke variabelen niet zijn opgenomen in de berekening van ΔK.
1.7 Waarden vermeld in SI-eenheden moeten als de standaard worden beschouwd. Waarden tussen haakjes zijn alleen ter informatie.
1.8 Deze test methode is opgedeeld in twee grote delen. Het eerste deel geeft algemene informatie over de aanbevelingen en vereisten voor het testen van de groeisnelheid van vermoeiingsscheuren. Het tweede deel bestaat uit bijlagen die de speciale vereisten beschrijven voor verschillende monsterconfiguraties, speciale vereisten voor testen in waterige omgevingen en procedures voor niet-visuele bepaling van de scheurgrootte. Daarnaast zijn er bijlagen met technieken voor het berekenen van da/dN, het bepalen van de openingskracht van vermoeiingsscheuren en richtlijnen voor het meten van de groei van kleine vermoeiingsscheuren. Algemene informatie en vereisten die gelden voor alle specimentypes worden als volgt opgesomd:
| Sectie |
Referentiedocumenten | |
Terminologie | |
Samenvatting van gebruik | |
Betekenis en gebruik | |
Apparaat | |
Specimenconfiguratie, grootte en voorbereiding | |
Procedure | < td valign="top"> |
Berekeningen en interpretatie van Resultaten | |
Rapport | |
11 p> | |
Speciale vereisten voor testen in waterige omgevingen < /td> | |
Richtlijnen voor het gebruik van naleving om de scheurgrootte te bepalen | |
Richtlijnen voor het bepalen van elektrische potentiaalverschillen van de scheurgrootte | |
Aanbevolen gegevensreductie Technieken | Aanbevolen werkwijze voor het bepalen van de kracht van het openen van vermoeidheidsscheuren door naleving |
Richtlijnen voor het meten van de groeisnelheid van kleine vermoeidheidsscheurtjes | |
Aanbevolen praktijk voor het bepalen van op ACR gebaseerd bereik van stress-intensiteitsfactoren |
1.9 Speciale vereisten voor de verschillende specimenconfiguraties verschijnen in de volgende volgorde:
Het compacte exemplaar | |
Het middenspanningsmonster | < td valign="top"> |
Het excentrisch geladen enkelzijdige scheurspanningsmonster |