De algemene toetsingsbeginselen voor de veiligheid en de bruikbaarheid zijn toepasbaar op volledige draagsystemen (gebouwen, nijverheidsbouw, bruggen, enz.) en op delen ervan.
Zij worden toegepast op het ontwerp, de verschillende bouwfasen (vervaardiging en plaatsing van dragende onderdelen, werk op de bouwplaats, proeven) en het gebruik van het draagsysteem gedurende een bepaalde referentietijd.
Zij worden eveneens toegepast op de herstelling en verbouwing van bestaande draagsystemen.
In deze norm wordt verondersteld dat:
- de ontwerpen door bekwame ingenieurs opgesteld worden
- de uitvoering wordt toevertrouwd aan bekwaam personeel met de nodige ervaring
- in de werkplaats en op de bouwplaats een passend toezicht wordt uitgeoefend.