Beware. You are currently visiting the website in English. Information of the Dutch variant is now shown.
NBN EN 15746-2:2021

Spoorwegtoepassingen - Spoorwegen - Weg-spoormachines en bijbehorende uitrusting - Deel 2: Algemene veiligheidseisen

ACTIVE

About this standard

Languages
German, English and French
Type
NBN
Standards committee
CEN/TC 256
Status
ACTIVE
Publication date
27 January 2021
Replaces
NBN EN 15746-2+A1:2011
ICS Code
93.100 (Spoorwegbouw)
Withdrawn Date

About this training

Summary

Dit document specificeert de significante gevaren, gevaarlijke situaties en gebeurtenissen die eigen zijn aan zelfrijdende weg-railmachines - hierna machines genoemd - en aanverwante apparatuur, die ontstaan als gevolg van de aanpassing voor hun gebruik op spoorwegnetwerken en stedelijke spoorwegnetwerken. Deze machines zijn bestemd voor aanleg, onderhoud en inspectie van de spoorweginfrastructuur, rangeer- en hulpverleningsvoertuigen, wanneer ze worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld en onder omstandigheden van verkeerd gebruik die redelijkerwijs door de fabrikant kunnen worden voorzien zie artikel 4.
Dit document behandelt de veelvoorkomende gevaren tijdens montage en installatie, inbedrijfstelling, rijden op en naast het spoor, gebruik inclusief instellen, programmeren en procesomschakeling, bediening, reiniging, storingzoeken, onderhoud en buitenbedrijfstelling van de machines.
OPMERKING Specifieke maatregelen voor uitzonderlijke omstandigheden worden in dit document niet behandeld. Ze kunnen onderwerp zijn van onderhandeling tussen de fabrikant en de machinebediener.
De veelvoorkomende gevaren die worden behandeld omvatten de algemene gevaren van de machines, maar ook de gevaren van de volgende specifieke machinefuncties:
a) uitgraving
b) ballast aanstampen, ballast reinigen, ballast regelen, ballast consolideren
c) aanleg, vernieuwing, onderhoud en reparatie van spoor
d) tillen
e) vernieuwing / onderhoud bovenleidingsysteem
f) onderhoud van de onderdelen van de infrastructuur
g) inspectie en meting van de onderdelen van de infrastructuur
h) werken in tunnels
i) rangeren
j) vegetatiebeheersing
k) noodredding en berging
tijdens inbedrijfstelling, gebruik, onderhoud en service.
Voor een weg-spoormachine wordt aangenomen dat een in de EU voor de weg toelaatbaar gastvoertuig een geaccepteerd veiligheidsniveau biedt voor de ontworpen basisfuncties vóór de ombouw. Tenzij expliciet anders vermeld in een bepaalde clausule wordt dit specifieke aspect niet behandeld in dit document.
Dit document behandelt niet:
1) eisen met betrekking tot de kwaliteit van het werk en de prestaties van de machine
2) machines die het rijdraadsysteem gebruiken voor tractiedoeleinden
3) specifieke eisen vastgesteld door een spoorweginfrastructuurbeheerder of Urban Rail Manager
4) onderhandelingen tussen de fabrikant en de machinist voor aanvullende of alternatieve eisen
5) vereisten voor gebruik en verplaatsing van de machine op de openbare weg
6) gevaren door luchtdruk veroorzaakt door het passeren van hogesnelheidstreinen met meer dan 190 km/ u
7) eisen die nodig kunnen zijn bij gebruik onder extreme omstandigheden, zoals extreme omgevingstemperaturen (tropisch of polair) zie 5.30
8) zeer corrosieve of verontreinigende omgeving, b.v. door de aanwezigheid van chemicaliën
9) potentieel explosieve atmosferen.
Andere speciale machines die op het spoor worden gebruikt, worden behandeld in andere Europese normen, zie bijlage E.