Deze Europese norm specificeert de kenmerken en prestatie-eisen voor slangen en slangen gemaakt van rubber of plastic voor gebruik met commercieel propaan en commercieel butaan en mengsels daarvan, in de dampfase, voor aansluiting van apparaten, van:
- gascontainer onder druk naar een regelapparaat,
- gasfles onder druk naar een toestel,
- regelapparaat op een toestel, en
- regelapparaat naar installatie leidingwerk,
in omgevingen met een temperatuurbereik van -30 °C tot +70 °C. Werkdrukken zijn van 0 bar tot 30 bar.
In tabel 1 worden drie klassen gedefinieerd volgens de maximale werkdruk en minimale omgevingstemperatuur.
Deze Europese norm heeft alleen betrekking op het leiding- of slanggedeelte van samenstellingen. De samenstellingen zelf vallen onder EN 16436-2.
Deze Europese norm is niet van toepassing op slangen voor:
- lasdoeleinden (zie EN ISO 3821, EN 1327)
- voortstuwingsdoeleinden
- LPG-overbrengingsdoeleinden (zie EN 1762).