Dit document beschrijft een screeningmethode voor de bepaling van aflatoxine B1, deoxynivalenol, fumonisine B1 en B2, ochratoxine A, HT-2 en T-2 toxinen en zearalenon in voedingsmiddelen door hogedrukvloeistofchromatografie (HPLC) in combinatie met tandem massaspectrometrie ( MS/ MS).
Het doel van de screeningsmethode is om te testen of een levensmiddel voldoet aan de wettelijke limieten of om te bepalen of een bepaald vooraf bepaald niveau (de screeningdoelconcentratie, STC) al dan niet wordt overschreden. Het resultaat van de screening is ' negatief' of ' verdacht' . " Negatief" (screen negatief) betekent dat de beoogde mycotoxinen niet worden gedetecteerd of potentieel aanwezig zijn, maar onder de STC. " Verdacht" (screen positive) betekent dat de vastgestelde afkapwaarde wordt overschreden en het monster een of meer mycotoxinen kan bevatten op een hoger niveau dan de STC.
Voor volledige identificatie en nauwkeurige kwantificering is een tweede bevestigende kwantitatieve analysemethode vereist die buiten het bestek van dit document valt.
De methode is geschikt voor verschillende soorten levensmiddelen en is gevalideerd voor representatieve matrices uit vier productgroepen:
- hoog zetmeel- en/ of eiwitgehalte en laag water- en vetgehalte: tarwe, graanmengsel, tarwemeel en cornflakes
- hoog oliegehalte: pinda' s
- hoog suikergehalte laag watergehalte: vijgen
- hoog watergehalte: druivensap.
Tijdens de validatie zijn afkapwaarden vastgesteld voor de volgende screeningdoelconcentraties:
- aflatoxine B1: 2 µg/ kg tot 5 µg/ kg
- deoxynivalenol: 250 µg/ kg tot 865 µg/ kg
- fumonisine B1: 200 µg/ kg tot 790 µg/ kg
- fumonisine B2: 110 µg/ kg tot 230 µg/ kg
- ochratoxine A: 4 µg/ kg tot 9 µg/ kg
- T-2-toxine: 25 µg/ kg
- HT-2-toxine: 25 µg/ kg tot 50 µg/ kg
- zearalenon: 30 µg/ kg tot 100 µg/ kg.