Beware. You are currently visiting the website in English. Information of the Dutch variant is now shown.
NBN EN 1992-4:2018

Eurocode 2 - Ontwerp van betonconstructies - Deel 4: Ontwerp van bevestigingen voor gebruik in beton

ACTIVE

About this standard

Languages
German, English and French
Type
NBN
Standards committee
CEN/TC 250
Status
ACTIVE
Publication date
30 October 2018
Replaces
NBN CEN/TS 1992-4-1:2011, NBN CEN/TS 1992-4-2:2011, NBN CEN/TS 1992-4-3:2011, NBN CEN/TS 1992-4-4:2011, NBN CEN/TS 1992-4-5:2011
ICS Code
91.010.30 (Technische aspecten)
91.080.40 (Betonconstructies)
Withdrawn Date

About this training

Summary

1.1 Algemeen
(1) Deze Europese norm voorziet in een ontwerpmethode voor bevestigingen (verbinding van structurele elementen en niet-structurele elementen met structurele componenten), die worden gebruikt om krachten op het beton over te brengen. Deze ontwerpmethode maakt gebruik van fysieke modellen die zijn gebaseerd op een combinatie van tests en numerieke analyse in overeenstemming met EN 1990:2002, 5.2.
De vereisten voor de overdracht van de belasting van de bevestigingsmiddelen binnen het betonnen element naar zijn ondersteuningen worden gegeven in EN 1992-1-1 en bijlage A van deze EN.
Inserts ingebed in prefab betonnen elementen tijdens productie, onder Factory Production Control (FPC)-omstandigheden en met de nodige wapening, alleen bedoeld voor gebruik tijdens tijdelijke situaties voor hijsen en hanteren, vallen onder CEN/ TR 15728.
(2) Deze EN is bedoeld voor veiligheidsgerelateerde toepassingen waarbij het falen van bevestigingen kan leiden tot instorting of gedeeltelijke instorting van de constructie, gevaar voor mensenlevens kan veroorzaken of kan leiden tot aanzienlijk economisch verlies. In deze context omvat het ook niet-structurele elementen.
(3) De ondersteuning van het armatuur kan statisch bepaald of statisch onbepaald zijn. Elke ondersteuning kan bestaan uit één bevestigingsmiddel of een groep bevestigingsmiddelen.
(4) Deze EN is geldig voor toepassingen die binnen het toepassingsgebied van de EN 1992-reeks vallen. In toepassingen waar speciale overwegingen van toepassing zijn, b.v. kerncentrales of civiele beschermingsconstructies, kunnen aanpassingen nodig zijn.
(5) Deze EN heeft geen betrekking op het ontwerp van de armatuur. De vereisten voor het ontwerp van het armatuur worden gegeven in de toepasselijke normen en voldoen aan de vereisten voor het armatuur zoals vermeld in deze EN.
(6) Dit document is gebaseerd op karakteristieke weerstanden en afstanden die zijn vermeld in een Europese technische productspecificatie (zie bijlage E). Ten minste de kenmerken van bijlage E worden gegeven in een Europese technische productspecificatie voor de overeenkomstige belastingscondities die een basis vormen voor de ontwerpmethoden van deze EN.
OPMERKING De numerieke waarden voor bepaalde parameters die in Opmerkingen worden gegeven, kunnen worden gebruikt voor pre-dimensionering. De waarden voor verificatie staan vermeld in de Europese Technische Productspecificaties en kunnen afwijken.
1.2 Type bevestigingsmiddelen en bevestigingsgroepen
(1) Deze EN gebruikt de ontwerptheorie voor bevestigingsmiddelen ) (zie figuur 1.1) en is van toepassing op:
a) ingegoten bevestigingsmiddelen zoals kopbevestigingen, ankerrails met starre verbinding (bijv. gelast, gesmeed) tussen anker en rail
b) achteraf aangebrachte mechanische bevestigingsmiddelen zoals expansiebevestigingen, ondersneden bevestigingsmiddelen en betonschroeven
c) achteraf aangebrachte verlijmde bevestigingsmiddelen en verlijmde expansiebevestigingen.
(2) Voor andere soorten bevestigingsmiddelen kunnen wijzigingen van de ontwerpvoorzieningen noodzakelijk zijn.
(3) Deze EN is van toepassing op bevestigingsmiddelen waarvan is vastgesteld dat ze geschikt zijn voor de gespecificeerde toepassing in beton die vallen onder bepalingen die naar deze EN verwijzen en de door deze EN vereiste gegevens verstrekken. De geschiktheid van het bevestigingsmiddel staat vermeld in de relevante Europese technische productspecificatie.
(...)
(4) Deze EN is van toepassing op afzonderlijke bevestigingsmiddelen en groepen bevestigingsmiddelen. In een groep bevestigingsmiddelen worden de belastingen uitgeoefend op de individuele bevestigingsmiddelen van de groep door middel van een gemeenschappelijk spanmiddel. In een groep bevestigingsmiddelen is deze Europese norm alleen van toepassing als bevestigingsmiddelen van hetzelfde type en dezelfde maat worden gebruikt.
(5) De configuraties van bevestigingen met ter plaatse ingegoten bevestigingsmiddelen en achteraf geïnstalleerde bevestigingsmiddelen die onder deze EN vallen, worden getoond in figuur 1.2.
(6) Voor ankerrails is het aantal ankers niet beperkt.
(...)
(7) Achteraf geïnstalleerde geribbelde wapeningsstaven die worden gebruikt om betonnen elementen te verbinden, vallen onder een Europese technische productspecificatie. Deze EN is van toepassing wanneer aansluitingen zijn ontworpen in overeenstemming met EN 1992-1-1.
1.3 Bevestigingsafmetingen en materialen
(1) Deze EN is van toepassing op bevestigingsmiddelen met een minimale diameter of een minimale schroefdraadmaat van 6 mm (M6) of een overeenkomstige doorsnede. (...)