Deze Europese norm specificeert de minimale vereisten, testmethoden, markering en informatie geleverd door de fabrikant voor geventileerde en niet-geventileerde gasdichte chemicaliënbeschermingspakken.
Het specificeert persoonlijke beschermende ensembles voor het hele lichaam die moeten worden gedragen ter bescherming tegen vaste, vloeibare en gasvormige chemicaliën, inclusief vloeibare en vaste aerosolen.
Deze norm stelt geen minimumcriteria vast voor bescherming tegen niet-chemische gevaren, b.v. radiologisch, vuur, hitte, explosiegevaar, besmettelijke agentia. Dit type apparatuur is niet bedoeld voor totale onderdompeling in vloeistoffen.
De naden, verbindingen en assemblages waarmee de accessoires worden bevestigd, vallen binnen de reikwijdte van deze norm. De basisprestatiecriteria voor de componenten zoals handschoenen, laarzen of ademhalingsbeschermingsmiddelen worden gegeven in andere normen, aanvullende eisen worden in deze norm gegeven.
Bescherming tegen deeltjes is beperkt tot alleen het fysiek binnendringen van de deeltjes.
Chemische stoffen zoals luchtgevoelige reagentia, onstabiele explosieven en cryogene vloeistoffen zijn niet in aanmerking genomen, aangezien bescherming tegen deze extra gevaren buiten het bestek van deze norm valt.