Houtbewerkingsmachines - Veiligheid - Deel 3: Numeriek bestuurde (NC/CNC) boor- en freesmachines (ISO 19085-3:2021)
Dit document geeft de veiligheidseisen en maatregelen voor numeriek bestuurde (NC/ CNC) boormachines, NC/ CNC freesmachines en NC/ CNC boor- en freesmachines (zoals gedefinieerd in 3.2, 3.3 en 3.4), geschikt voor continu productiegebruik, hierna aangeduid als " machines" .Dit document behandelt alle significante gevaren, gevaarlijke situaties en gebeurtenissen, opgesomd in bijlage A, die relevant zijn voor de machines wanneer ze worden gebruikt, afgesteld en onderhouden zoals bedoeld en onder de door de fabrikant voorziene omstandigheden, inclusief redelijkerwijs voorzienbaar verkeerd gebruik. Ook is er rekening gehouden met transport-, montage-, demontage-, demontage- en sloopfasen.Dit document is ook van toepassing op machines die zijn uitgerust met een of meer van de volgende apparaten/ extra werkeenheden, waarvan de gevaren zijn aangepakt:— extra werkeenheden voor zagen, schuren, monteren of pluggen inbrengen — vaste of verplaatsbare werkstuksteun — mechanische, pneumatische, hydraulische of vacuüm werkstukklemming — apparaten voor automatische gereedschapswisseling.Het is ook van toepassing op machines die zijn uitgerust met kantenaanlijmapparatuur, zelfs als de relevante specifieke gevaren niet zijn behandeld.OPMERKING Voor de risicobeoordeling die nodig is voor de kantenaanlijmapparatuur kan ISO 19085-17 nuttig zijn.Machines die in dit document worden behandeld, zijn ontworpen voor werkstukken die bestaan uit:- massief hout — materiaal met vergelijkbare fysieke kenmerken als hout (zie ISO 19085-1:2021, 3.2) — gipsplaten, gipsgebonden vezelplaten, karton — matrix gemanipuleerde minerale platen, silicaatplaten — composietmaterialen met een kern bestaande uit polyurethaan of mineraal materiaal gelamineerd met een lichte legering — polymeer-matrix composietmaterialen en versterkte thermoplastische/ thermohardende/ elastomeermaterialen — aluminium lichtmetalen profielen — aluminium lichtmetalen platen met een maximale dikte van 10 mm — composietplaten gemaakt van de hierboven genoemde materialen.Dit document gaat niet in op specifieke gevaren die verband houden met:— gebruik van slijpstenen — uitwerpen door openingen die worden afgeschermd door gordijnen op machines waarbij de hoogte van de opening in de behuizing boven de werkstuksteun groter is dan 700 mm — uitwerpen als gevolg van falen van freesgereedschappen met een snijcirkeldiameter gelijk aan of groter dan 16 mm en zaaggereedschappen die niet voldoen aan EN 847-1:2017 en EN 847-2:2017 — de combinatie van een enkele machine die wordt gebruikt met andere machines (als onderdeel van een lijn) — geïntegreerde systemen voor het laden/ ontladen van werkstukken (bijv. robots).Dit document is niet van toepassing op:— routeringsmachines met enkele spindel met handmatige invoer of met geïntegreerde voeding — machines bedoeld voor gebruik in een potentieel explosieve atmosfeer — machines vervaardigd vóór de publicatie ervan.
View in