Beware. You are currently visiting the website in English. Information of the Dutch variant is now shown.
NBN ISO 14966:2021

Omgevingslucht — Bepaling van de numerieke concentratie van anorganische vezelachtige deeltjes — Scanning-elektronenmicroscopiemethode

ACTIVE

About this standard

Languages
English
Type
NBN
Standards committee
ISSEP/I14603
Status
ACTIVE
Publication date
03 June 2021
ICS Code
13.040.20 (Buitenlucht)
Withdrawn Date

About this training

Summary

Dit document specificeert een methode met behulp van scanning-elektronenmicroscopie voor het bepalen van de
concentratie van anorganische vezelachtige deeltjes in de lucht. De methode specificeert het gebruik van vergulde,
membraanfilters met capillaire poriën, waar een bekend volume lucht doorheen is gezogen.
Met behulp van energie-dispersieve röntgenanalyse kan de methode onderscheid maken tussen vezels met samenstellingen
consistent met die van de asbestvariëteiten (bijv. serpentijn en amfibool), gips en andere
anorganische vezels. Bijlage C geeft een overzicht van vezelsoorten die gemeten kunnen worden.
Dit document is van toepassing op het meten van de concentraties van anorganische vezelachtige deeltjes in
omgevingslucht. De methode is ook toepasbaar voor het bepalen van de numerieke concentraties anorganisch
vezelachtige deeltjes in de binnenatmosfeer van gebouwen, bijvoorbeeld om de concentratie te bepalen
van in de lucht zwevende anorganische vezelachtige deeltjes die overblijven na het verwijderen van asbesthoudende producten.
Het bereik van concentraties voor vezels met een lengte van meer dan 5 µm, in het bereik van breedten dat kan
worden gedetecteerd onder standaard meetomstandigheden (zie 7.2), is ongeveer 3 vezels tot 200 vezels
per vierkante millimeter filteroppervlak. De luchtconcentraties, in vezels per kubieke meter, weergegeven door
deze waarden zijn een functie van het volume bemonsterde lucht.
Het vermogen van de methode om vezels met een breedte van minder dan 0,2 µm te detecteren en te classificeren is beperkt. Als
vezels in de lucht in de atmosfeer die wordt bemonsterd zijn overwegend < 0,2 µm breed, een transmissie
elektronenmicroscopiemethode zoals ISO 10312[8]
kan worden gebruikt om de kleinere vezels te bepalen.