dit document geeft richtlijnen voor technieken voor het nemen van monsters, zodat deze vervolgens kunnen worden onderzocht om informatie te verschaffen over de bodemkwaliteit. Het geeft informatie over apparatuur die doorgaans van toepassing is in bepaalde bemonsteringssituaties om correcte bemonsteringsprocedures uit te voeren en representatieve monsters te verzamelen. Er wordt advies gegeven over de keuze van de apparatuur en de te gebruiken technieken om ervoor te zorgen dat zowel geroerde als ongestoorde monsters correct kunnen worden genomen op verschillende diepten.
Dit document heeft geen betrekking op:
— onderzoeken voor geotechnische doeleinden, waarbij bij herontwikkeling van een terrein soms een combinatie van bodemkwaliteitsonderzoek en geotechnisch onderzoek zinvol kan zijn
— bemonstering van harde lagen zoals vast gesteente
— methoden voor het verzamelen van informatie over bodemkwaliteit zonder bemonstering, zoals geofysische methoden
— het nemen van watermonsters (deze moeten worden genomen in overeenstemming met de toepasselijke internationale normen voor het nemen van grond- of oppervlaktewatermonsters zie voor meer informatie de ISO 5667-reeks)
— bodemgasonderzoeken waarvoor richtlijnen worden gegeven in ISO 18400-204
— onderzoek van radioactief besmette locaties.