Deze specificatie beschrijft de functionaliteit van de services die worden geleverd door Alarms (ALM) onder XFS, door de servicespecifieke opdrachten te definiëren die kunnen worden uitgegeven, met behulp van de functies WFSGetInfo, WFSAsyncGetInfo, WFSExecute en WFSAsyncExecute. In dit gedeelte wordt de functionaliteit beschreven van een alarmservice (ALM) die van toepassing is op zowel bewaakte als onbeheerde (zelfbedienings)apparaten.
De apparaatklasse Alarm wordt geleverd als een afzonderlijke service vanwege de noodzaak om een alarm in te stellen of te resetten wanneer een of meer logische services die zijn gekoppeld aan een bewaakt CDM- of onbeheerd (zelfbedienings)apparaat zijn vergrendeld. Omdat logische services door de applicatie kunnen worden vergrendeld, wordt het alarm geïmplementeerd in een aparte apparaatklasse om ervoor te zorgen dat een set- (trigger) of reset-bewerking op elk moment kan worden uitgevoerd.

XFS 3.40 is ontworpen om achterwaartse compatibiliteitsproblemen te minimaliseren. Dit document belicht de wijzigingen die zijn aangebracht in de apparaatklasse Alarm (ALM) Specification tussen versie 3.30 en 3.40, door de toevoegingen en verwijderingen in de tekst te markeren.