Dit document is van toepassing op aan de zijkant geladen vuilniswagens (RCV), zoals gedefinieerd in prEN 1501-1.
Dit document behandelt alle significante gevaren, gevaarlijke situaties en gebeurtenissen die relevant zijn voor de aan de zijkant geladen RCV, wanneer deze wordt gebruikt zoals bedoeld en onder omstandigheden van verkeerd gebruik die redelijkerwijs door de fabrikant kunnen worden voorzien, gedurende de voorzienbare levensduur, zoals gedefinieerd in clausule 4.
Dit document is van toepassing op het ontwerp en de constructie van de zijdelings belaste RCV om ervoor te zorgen dat deze geschikt is voor de beoogde functie en gedurende de gehele levensduur kan worden bediend, verplaatst, gereinigd (inclusief deblokkeren), afgesteld en onderhouden. Het is niet van toepassing op het einde van de levensduur van de zijdelings geladen RCV.
Dit document beschrijft en definieert de veiligheidseisen van zijdelings geladen RCV, exclusief de interface met de hefinrichting(en) en exclusief de hefinrichting zelf en exclusief autolaadkranen, die op de RCV kunnen worden gemonteerd.
Veiligheidseisen voor de hefinrichting(en) inclusief de laadkranen en de interface naar de RCV zijn gedefinieerd in prEN 1501-5.
Veiligheidseisen voor autolaadkranen zijn gedefinieerd in EN 12999.
Dit document is ook van toepassing op verdichters die op een vrachtwagen worden gebruikt voor ophaaldoeleinden.
Dit document is niet van toepassing op:
- temperaturen onder −25 °C en boven +40 °C
- tropische omgeving
- windsnelheid groter dan 75 km/ h
- verontreinigende omgeving
- corrosieve omgeving
- werking in potentieel explosieve atmosferen
- behandeling van ladingen waarvan de aard tot gevaarlijke situaties kan leiden (bv. hete huisvuil, zuren en basen, radioactieve stoffen, besmet afval, vooral breekbare ladingen, explosieven)
- bediening op schepen.
Dit document is niet van toepassing op machines die zijn vervaardigd vóór de publicatiedatum van dit document door CEN.