Dit document specificeert de vereisten voor een reeks compacte stalen schuifafsluiters, klepafsluiters en terugslagkleppen voor toepassingen in de aardolie- en aardgasindustrie.
Het is van toepassing op kleppen van:
— nominale maten DN 8, 10, 15, 20, 25, 32, 40, 50, 65, 80 en 100,
— komt overeen met nominale leidingmaten NPS ¼, ⅜, ½, , 1, 1¼, 1½, 2, 2½, 3 en 4,
— drukaanduidingen PN 16, 25, 40, 63, 100, 250 en 400, en
— drukaanduidingen Klasse 150, 300, 600, 800, 1 500 en 2 500.
Klasse 800 is geen vermelde klasseaanduiding, maar is een tussenliggend klassenummer dat veel wordt gebruikt voor moflassen en compacte kleppen met schroefdraad die onder dit document vallen. Er is geen equivalente PN-aanduiding.
Dit document bevat bepalingen voor de volgende klepkenmerken:
— buitenschroef met stijgende spindels (OS & Y): in maten 8 ≤ DN ≤ 100
— binnenschroef met stijgende spindels (ISRS): in maten 8 ≤ DN ≤ 65 met een drukaanduiding PN ≤ 100 of klasse ≤ 800
— moflassen of draadeinden: in maten 8 ≤ DN ≤ 65
— geflensde of stuikgelaste uiteinden exclusief flenseinde klasse 800
— motorkapverbindingsconstructie die is geschroefd, gelast of voorzien van schroefdraad met sealweld
— motorkapverbindingsconstructie waarbij gebruik wordt gemaakt van een wartelmoer met een drukaanduiding PN ≤ 45 of klasse ≤ 800
— zittingopeningen in de carrosserie
— materialen: zoals gespecificeerd
— testen en inspecteren.
Dit document behandelt eindflenzen van kleppen in overeenstemming met EN 1092-1 en ASME B16.5 en uiteinden van klephuizen met taps toelopende schroefdraad in overeenstemming met ISO 7-1 of ASME B1.20.1. Het is van toepassing op verlengde carrosserieconstructies in maten 15 ≤ DN ≤ 50 met drukaanduidingen Klasse 800 en Klasse 1 500 en op balgen en balgconstructies die kunnen worden aangepast aan schuifafsluiters of klepafsluiters in maten 8 ≤ DN ≤ 50. Ook gedekt zijn vereisten voor balgen testen van het type spindelafdichting.