Dit document specificeert de bereidingsmethoden van testmonsters en de testmethoden die moeten worden gebruikt bij het bepalen van de eigenschappen van vorm- en extrusiematerialen van polycarbonaat. Vereisten voor het hanteren van testmateriaal en voor het conditioneren van zowel het testmateriaal vóór het gieten als de monsters vóór het testen worden in dit document gegeven.
Dit document geeft procedures en voorwaarden voor het maken van proefstukken en procedures voor het meten van eigenschappen van de materialen waaruit deze proefstukken zijn gemaakt. Het bevat ook eigenschappen en testmethoden die geschikt en noodzakelijk zijn om vorm- en extrusiematerialen van polycarbonaat te karakteriseren.
De eigenschappen zijn geselecteerd uit de algemene testmethoden in ISO 10350-1. Andere testmethoden die veel worden gebruikt voor of van bijzonder belang zijn voor deze vorm- en extrusiematerialen, zijn ook opgenomen in dit document, evenals de kenmerkende eigenschappen gespecificeerd in ISO 21305-1.
Om reproduceerbare en vergelijkbare testresultaten te verkrijgen, is het de bedoeling om de bereidings- en conditioneringsmethoden, de monsterafmetingen en de testprocedures die hierin worden gespecificeerd, te gebruiken. De bepaalde waarden zijn niet noodzakelijkerwijs identiek aan de waarden die zijn verkregen met monsters van verschillende afmetingen of die zijn bereid met verschillende procedures.