Dit document biedt richtlijnen voor het ontwikkelen en gebruiken van conceptuele locatiemodellen (CSM' s) tijdens de verschillende fasen van onderzoek, sanering (indien nodig) en eventuele daaropvolgende bouw- of technische werkzaamheden.
Het beschrijft wat CSM' s zijn, waarvoor ze worden gebruikt en wat hun bestanddelen zijn. Het benadrukt de noodzaak van een iteratieve en dynamische benadering van CSM-ontwikkeling.
Dit document is bedoeld om te worden gebruikt door iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling van CSM' s en door degenen die ervan afhankelijk zijn om ze te gebruiken, zoals toezichthouders, landeigenaren, ontwikkelaars en het publiek (en andere relevante partijen). Idealiter omvat dit vertegenwoordigers van alle fasen van de onderzoeks- en herstelprocessen, bijvoorbeeld voorlopige beoordeling, gedetailleerd onderzoek, basisbeoordelingen van de menselijke gezondheid en milieurisico' s, en haalbaarheidsstudies, en eventuele daaropvolgende bouw- of technische werkzaamheden.
OPMERKING 1 Dit document is van toepassing wanneer de aanwezigheid van " potentieel schadelijke" of " gevaarlijke" stoffen aanwezig is, ongeacht of deze van nature voorkomen of aanwezig zijn als gevolg van menselijke activiteit (d.w.z. " verontreinigingen" ).
OPMERKING 2 Hoewel de meeste principes beschreven voor het ontwikkelen van CSM' s in dit document van toepassing kunnen zijn op andere domeinen, zoals het beheer van grondwatervoorraden, is dit document specifiek geschreven voor het beheer van potentieel verontreinigde locaties of bekende verontreinigde locaties.