Dit document biedt een detectie-responstaak die voornamelijk bedoeld is voor het beoordelen van de aandachtseffecten van cognitieve belasting op aandacht voor secundaire taken waarbij interactie met visueel-manuele, spraakgebaseerde of haptische interfaces betrokken is. Hoewel dit document zich richt op de beoordeling van aandachtseffecten van cognitieve belasting (zie Bijlage A), kunnen andere effecten van secundaire taakbelasting worden vastgelegd door specifieke versies van de DRT, zoals nader uiteengezet in Bijlage B. Secundaire taken zijn taken die kunnen worden uitgevoerd tijdens het rijden, maar niet bezig zijn met de momentane real-time besturing van het voertuig (zoals het bedienen van de mediaspeler, telefoneren, het lezen van reclameborden langs de weg en het invoeren van een bestemming op het navigatiesysteem).
OPMERKING Volgens deze definitie kunnen secundaire taken nog steeds rijgerelateerd zijn (zoals bij bestemmingsinvoer).

Dit document is niet van toepassing op het meten van primaire (rij)taakeisen die verband houden met de momentane real-time besturing van het voertuig, zoals het handhaven van rijstrookpositie en volgafstand of reageren op waarschuwingen voor voorwaartse botsingen. Dit sluit echter niet uit dat de DRT-methode, zoals gespecificeerd in dit document, kan worden aangepast om dergelijke effecten te meten.
Dit document is van toepassing op zowel originele apparatuurfabrikant (OEM) als after-market systemen in voertuigen en op permanent geïnstalleerde en draagbare systemen.
Benadrukt wordt dat, hoewel de in dit document beschreven DRT-methodologie bedoeld is om de aandachtseffecten van cognitieve belasting te meten, er geen directe relatie tussen dergelijke effecten en het ongevalsrisico wordt geïmpliceerd. Als bijvoorbeeld de ogen enkele seconden van de weg worden gehaald om naar een voetganger te kijken, is dit misschien niet erg cognitief belastend, maar kan toch worden verwacht dat het het ongevalsrisico sterk verhoogt.
Interpreteer bovendien DRT-resultaten voorzichtig in termen van eisen aan een specifieke hulpbron, zoals cognitieve belasting. Specifiek, als het doel is om het effect te isoleren dat verband houdt met de cognitieve belasting die wordt opgelegd door een secundaire taak op de aandacht, vermijd dan overlap met andere middelen die nodig zijn voor de DRT (bijv. Perceptuele, motorische, sensorische of actuatorische middelen). Een bijzondere zorg vloeit voort uit het feit dat de DRT handmatige reacties gebruikt (drukken op knoppen). Dus voor secundaire taken met zeer frequente handmatige invoer (in de orde van grootte van een of meer invoer per seconde), kunnen verhoogde reactietijden op de DRT dit specifieke reactieconflict weerspiegelen (dat te wijten is aan de aard van de DRT) in plaats van de werkelijke cognitieve belasting vereist door de taak wanneer deze wordt uitgevoerd zonder de DRT (d.w.z. alleen of tijdens normaal rijden zie bijlage E). Voor dergelijke responsintensieve taken worden DRT-resultaten dus met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd. Dit document definieert drie versies van de DRT en de keuze van de versie hangt sterk af van het doel van het onderzoek en de omstandigheden waaronder het wordt uitgevoerd (zie bijlagen A en B voor meer informatie over dit onderwerp).
Dit document heeft specifiek tot doel de detectie-responstaak en de daarbij behorende meetprocedures te specificeren. Om toepasbaar te zijn op een groot aantal experimentele situaties, definieert dit document dus geen specifieke experimentele protocollen of methoden voor statistische analyse. Sommige richtlijnen en voorbeelden van gevestigde praktijken bij het toepassen van de DRT zijn echter zowel in het hoofdgedeelte van dit document als in de bijlagen (met name bijlagen C en E) te vinden.