Dit document bevat richtlijnen voor het gebruik van bodemgasmonsters
— actieve bemonstering (adsorbentia, filters, luchtcontainers), en
— passieve bemonstering
toegepast bij (tijdelijke) peilbuizen of andere installaties in de bodem of onder gebouwen (ondervloer).
Het geeft richtlijnen over:
— ontwikkeling van een bemonsteringsplan
— bouw van bewakingsinstallaties
— transport, verpakking en opslag van bodemgasmonsters
- kwaliteitsverzekering.
Dit document geeft ook basisinformatie over
— bodemgasdynamiek, en
— identificatie van bodemgasbronnen
relevant voor permanente of tijdelijke boorgaten in de bodem of onder gebouwen (onderplaat).
De verbindingen waarop dit document betrekking heeft, zijn:
— vluchtige organische stoffen (VOS)
— anorganische vluchtige verbindingen (bv. kwik, HCN)
— permanente gassen (d.w.z. CO2, N2, O2, CH4).
Dit document geeft geen richtlijnen over:
— risico-evaluatie en -karakterisering
— selectie en ontwerp van beschermende maatregelen
— de verificatie van beschermende maatregelen, hoewel de beschreven methodologieën voor locatieonderzoek waar nodig kunnen worden gebruikt
— de bemonstering van atmosferische gassen of gassen binnenshuis
— de meting van gassen uit de bodem die in de atmosfeer terechtkomen
— monitoring en bemonstering voor radon.