Deze Europese norm specificeert de technische en functionele kenmerken van temperatuurrecorders voor het transport, de opslag en de distributie van temperatuurgevoelige goederen tussen -80 °C en +85 °C.
Het specificeert de testmethoden die het mogelijk maken om de conformiteits-, geschiktheids- en prestatie-eisen van de apparatuur te bepalen.
Het is van toepassing op het hele temperatuurregistratiesysteem. De temperatuursensor(en) kunnen in de recorder zijn geïntegreerd of er ver van verwijderd zijn [externe sensor(en)].
Het geeft enkele vereisten met betrekking tot de locatie van sensoren van de recorder met betrekking tot soorten gebruik zoals transport, opslag en distributie.
OPMERKING Voorbeelden voor transport, opslag en distributie van temperatuurgevoelige goederen tussen -80°C en +85°C zijn gekoeld, diepgevroren en diepgevroren, diepgevroren levensmiddelen, ijs, verse en warme levensmiddelen, farmaceutica, bloed, organen, chemicaliën , biologische producten, elektronische en mechanische apparaten, bloemen, planten, bollen, grondstoffen en vloeistoffen, dieren, kunst en inrichting.