Vera De Glas, expert in beschermkledij, combineert technische kennis met een passie voor veiligheid en duurzaamheid. Haar carrière weerspiegelt een toewijding aan innovatie, samenwerking en het welzijn van de eindgebruiker. Met jarenlange ervaring in productie en internationale normcommissies zet ze zich in om de balans te vinden tussen bescherming, comfort en duurzaamheid.
“Mijn achtergrond ligt in textielengineering”, vertelt Vera De Glas. “Na mijn studie ging ik aan de slag als plantmanager in een coating bedrijf en later bij Sioen Fabrics. Vijftien jaar lang werkte ik in verschillende afdelingen, waar ik verantwoordelijk was voor de dagelijkse operaties. Toch wilde ik altijd meer. Ik wilde niet alleen productieprocessen beheren, maar ook betrokken zijn bij nieuwe ontwikkelingen en klantcontact.”
Die drang bracht haar in 2003 naar de confectieafdeling van Sioen. “Ik was verantwoordelijk voor de coating. We leverden bijvoorbeeld hoog zichtbare halffabricaten. Al snel ontdekte ik hoe belangrijk normen zijn. Wil je begrijpen waaraan producten moeten voldoen, dan moet je naar de normen kijken.”
Normontwikkeling werd een passie die ze sindsdien niet meer heeft losgelaten. “Bij Sioen maken we beschermkledij die moet voldoen aan Europese regelgeving. Het volgen van normen biedt ons een groot voordeel. We weten namelijk wat er verandert en kunnen daarop anticiperen.”
Vera’s filosofie over normen is duidelijk: “Normen bestaan om mensen te beschermen. Normen mogen niet worden misbruikt door bedrijven die commerciële belangen laten voorgaan. Helaas gebeurt dat wel. Sommige grote spelers proberen via normen hun eigen producten te promoten. Dat stoort me enorm.”
Haar betrokkenheid bij risicoanalyses en haar ervaring in productie hebben haar kijk op normen gevormd. “Ik heb gevaren en ongelukken gezien.” Ze vertelt bijvoorbeeld over een ernstig incident op de coatingafdeling, waarvoor ze als 24-jarige verantwoordelijk was. Een jonge medewerker vergiste zich van vat en gebruikte per ongeluk dimethylformamide, een oplosmiddel dat nu verboden is. Hij droeg plastic handschoenen. Het product drong erdoorheen en veroorzaakte ernstige chemische brandwonden, erger dan gewone brandwonden.
“Wat je doet heeft impact”, zegt ze. “Ik wil nooit dat telefoontje krijgen waarin me wordt verteld dat een eindgebruiker onjuist beschermd was en ernstige verwondingen heeft opgelopen. Laten we eerlijk zijn: normen alleen zijn niet genoeg. Ze moeten worden ondersteund door goede training en opvolging. Ik heb vaak meegemaakt dat werklui spatten in hun ogen kregen omdat ze geen veiligheidsbril droegen. Toen heb ik moderne veiligheidsbrillen geregeld die lijken op die van wielrenners. Die vonden ze mooi en droegen ze graag. Mensen willen er nu eenmaal goed uitzien, zelfs op de werkvloer. Maar uiteindelijk draait het om de juiste bescherming, en dat is mijn drijfveer. Dáár doe ik het voor.”
Vera benadrukt dat comfort en ergonomie essentieel zijn voor effectieve beschermkledij. “Neem een brandweerman: die draagt een helm, handschoenen, laarzen, ademhalingsbescherming … Maar wat als de kraag van zijn jas hem hindert of als hij zijn helm niet correct draagt, waardoor één plek op zijn lichaam niet beschermd is? Comfort en ergonomie zijn belangrijk!”
Om die uitdagingen aan te pakken, ontwikkelde Vera een multifunctioneel kledingstuk dat zich aanpast aan de omstandigheden. “Het is een beetje zoals winterbanden voor een auto”, legt ze uit. “Bij overstromingen kan een brandweerman een extra membraan toevoegen aan zijn outfit, terwijl dat in de zomer juist verwijderd kan worden. Hetzelfde geldt voor thermische lagen: je past de beschermingsgraad aan zonder dat het ongemakkelijk wordt.”
Dit innovatieve ontwerp is niet alleen functioneel, maar ook duurzaam. “In plaats van meerdere sets kledij te produceren, heb je één outfit die multifunctioneel is. Dat is beter voor het milieu en voor de gebruiker.”
Sinds 2016 werkt Vera aan een ander baanbrekend project: een smart ppe (slim persoonlijk beschermingsmiddel). “Het gaat om een jas met sensoren die de temperatuur monitoren en preventief waarschuwen voor hittegevaar. Het systeem geeft een auditief of vibratiesignaal, zodat de gebruiker weet wanneer hij actie moet ondernemen.”
Het project wordt ondersteund door de Vlaamse overheid en is het resultaat van een nauwe samenwerking met Imec, Elasta, Connect Group en de brandweer van Parijs. “Het algoritme dat we ontwikkelen, analyseert realtime data en kan brandweermensen waarschuwen voor dreigend gevaar. Bijvoorbeeld: als de temperatuur te hoog wordt, geeft het pak dat aan. Dan kan de brandweerman beslissen om zich terug te trekken. Of hij kan op de knieën gaan zitten, want warmte hoopt zich bovenaan op.”
De technische uitdagingen zijn groot. “We willen niet dat de elektronica in gevaarlijke omstandigheden faalt of dat batterijen ontploffen. Daarnaast moet het systeem tientallen wasbeurten en extreme situaties overleven.”
“Beschermkleding moet niet alleen veilig zijn, maar ook duurzaam”, benadrukt Vera De Glas. Hoe vertaal je duurzaamheid naar een kledingstuk? Kleding moet eenvoudig te herstellen zijn en de verschillende materialen moeten aan het einde van de levenscyclus gemakkelijk ontmanteld kunnen worden.
Ze illustreert: “Neem een jas met regenbescherming en hoog zichtbare elementen. Die jas bestaat al snel uit meerdere materialen: een waterdichte laag, reflecterende banden, een voering, ritsen en knopen. Het doel van een Eco-Design is kledij eenvoudig te kunnen ontmantelen bij 'End of Life' en de materialen erna sorteren en opnieuw gebruiken. Dus, niet zozeer recycleren, maar ‘upcyclen’. Dat betekent dat we materialen een evenwaardig nieuw leven geven, zoals het maken van nieuwe garens voor onderkleding.”
“Duurzaamheid begint met een mentale shift”, zegt Vera. “Een jeans kopen voor 25 euro is ‘not done’, en dat geldt ook voor beschermkleding.”
Naast haar kijk op normen, heeft Vera ook een uitgesproken idee over de manier waarop ze ontwikkeld worden. Normontwikkeling vraagt een overkoepelende aanpak; een totaalpakket in plaats van aparte onderdelen.
Zo is Vera een actieve deelnemer in Europese normencommissies. “Ik werk onder andere in CEN TC 162, Werkgroep 2, die zich richt op bescherming tegen hitte en vlammen.” Maar in plaats van individuele normen voor verschillende onderdelen – zoals handschoenen of jassen – te ontwikkelen, drong een overkoepelende aanpak zich op.
“Daarom is CEN/CENELEC gestart met JTC 23, een horizontale werkgroep die alle aspecten van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) integreert. CEN-CENELEC/JTC23/WG2 'Ergonomics, comfort and compatibility of personal protective equipment' zal ervoor zorgen dat alle componenten van beschermkledij compatibel zijn en een optimale bescherming bieden.”, vertelt Vera.
De uitdaging van internationale normontwikkeling in de sector van brandveiligheid zit volgens Vera in de diversiteit. “We streven naar één norm die internationaal geldt, maar wat werkt voor een brandweerman in Japan, is niet per se geschikt voor iemand in Scandinavië. Klimaat, cultuur en specifieke behoeften spelen een grote rol. Internationale normen moeten ruimte laten voor aanpassing aan lokale contexten.”
Vera benadrukt ook dat andere landen, zoals Japan, openstaan voor internationale normen, zoals de Europese norm voor brandweerbeschermkledij, zolang die geen negatieve invloed hebben op het comfort of de bescherming van de eindgebruiker.
De globalisering heeft ook invloed op de manier waarop normen voor beschermkledij worden ontwikkeld. China is nu de grootste textielproducent ter wereld, en de verschuiving van de productie naar Azië heeft gevolgen voor de normen die wereldwijd worden gehanteerd. Vera heeft die veranderingen van dichtbij meegemaakt. Ze legt uit: “Als wij in Europa een norm ontwikkelen voor beschermkledij, moeten onze mensen samenwerken met Chinese experten en rekening houden met hun noden, vooral als de producenten daar betrokken zijn bij de productie van de vezels of materialen.”
Vera is al geruime tijd betrokken bij verschillende werkgroepen en commissies die zich richten op de ontwikkeling van normen voor beschermkledij. Die commissies zijn vaak samengesteld uit een breed scala aan experts, van ingenieurs en R&D-specialisten tot leveranciers van materialen en zelfs eindgebruikers.
Volgens Vera spelen eindgebruikers een hoofdrol in het succes van die werkgroepen, al is het jammer dat ze vaak ontbreken. “De eindgebruikers hebben meestal niet de tijd of de middelen om deel te nemen, en dat is jammer. Toch probeer ik regelmatig gesprekken met hen te voeren”, vertelt ze. “Met Maurice Kemmeren, bijvoorbeeld, huidig expert bij NEN. Hij was brandweerman en werkt nu bij het Instituut voor Fysieke Veiligheid in Nederland. Hij zegt vaak dat ik een heldere visie op de zaken heb, en dat komt doordat ik zelf vijftien jaar als plantmanager op de werkvloer heb gestaan. Daardoor kan ik me goed in de eindgebruiker inleven.”
Haar werk in die commissies is intensief en tijdrovend, maar Vera is gemotiveerd. “Ik geloof echt in wat ik doe. Als R&D-ingenieur ben ik vaak bij klanten, en ik zie de praktische uitdagingen waarmee gebruikers te maken hebben. Dat geeft me energie om verder te gaan, ook als het proces moeizaam is.”
Vera heeft in haar carrière veel zien veranderen in het proces van normontwikkeling. “Covid heeft de dynamiek verschoven. Virtuele vergaderingen zijn handig, maar tijdens fysieke bijeenkomsten, bijvoorbeeld aan de koffietafel, bereik je vaak sneller consensus.”
Toch merkt ze dat jongere generaties het soms moeilijk hebben met de intensiteit van die vergaderingen. “Normontwikkeling is een werk van geduld. Discussies over definities of over de scope lijken misschien zinloos, maar ze zijn van belang. Daarnaast zijn de vele reizen een uitdaging, zeker voor wie een jong gezin heeft.” Ze herinnert zich een intensieve vergadering in Bordeaux. “Dat was een volle week, van maandag 8.30 uur tot vrijdag 17.00 uur. Ik vertrok op zondag en was pas terug op zaterdag. Dat vraagt toewijding.”
Vera wijst ook op de vergrijzing in de sector. “Op kantoor ben ik een van de oudste medewerkers, maar in normenvergaderingen voel ik me vaak jong”, lacht ze.
Voor Vera heeft het werken aan normontwikkeling meer opgeleverd dan alleen technische kennis. Het heeft haar een breder netwerk en internationale erkenning gegeven. “Door mijn werk in normontwikkeling heb ik geleerd hoe anderen in verschillende landen werken. Die uitwisseling van kennis en ervaringen heeft me als ingenieur verrijkt”, zegt ze. “Het heeft mijn methodes gevalideerd, en ik merk dat ik ook buiten mijn bedrijf, Sioen, erkenning krijg voor mijn werk.”
Ze benadrukt ook de voordelen voor bedrijven. “Door deel te nemen aan normontwikkeling blijf je niet alleen op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen, maar kan je ook een actieve rol spelen in het vormgeven van de normen die je sector bepalen.”
Ze vertelt dat het voor haar vooral belangrijk is om te weten dat haar werk een directe invloed heeft op de veiligheid van mensen. Ze verwijst terug naar het ongelukkige incident van de jonge medewerker met de dimethylformamide, waarover ze het al eerder had. “Zijn handen werden ernstig verbrand en hij was maandenlang niet in staat om te werken. Dat incident heeft me gevormd en is de reden waarom ik me inzet voor normontwikkeling. Ik wil voorkomen dat zoiets nog eens gebeurt.”
In 2021 ontving Vera De Glas de prestigieuze NBN-award, een erkenning voor haar inzet in normontwikkeling. “Ik ben nog altijd trots”, zegt ze. “Een van de redenen voor de award was mijn rol als projectleider bij ISO 23616. Dat is de eerste norm voor het reinigen, inspecteren en herstellen van beschermingsmiddelen voor brandweerlieden.”
Het project was intensief, maar de erkenning, zelfs van internationale experten uit landen zoals Japan en China, maakte het de moeite waard. “Ik heb veel weekends opgeofferd voor die norm, maar het resultaat maakt me trots.” Sindsdien heeft Vera een stapje teruggenomen. “Ik werk nog steeds als expert en voor de werkgroep CEN/CENELEC/JTC23 WG2 als secretaris, maar met iets minder verantwoordelijkheid.”
Normontwikkeling is een complex en tijdrovend proces, en Vera heeft advies voor wie overweegt om zich in dit veld te verdiepen. “Mijn advies is simpel: volhouden en geduld hebben. Het is een andere manier van werken dan wat mensen in de industrie gewend zijn”, zegt ze. “Je moet altijd alle documenten opvolgen, elke e-mail openen en in discussie treden. Zelfs academici hebben moeite met het volgen van de uitgebreide documentatie en het voeren van gedetailleerde discussies. Maar het is de moeite waard, omdat je uiteindelijk een bijdrage levert aan de veiligheid van veel mensen.”
Wil je zelf mee normen ontwikkelen? Maar wil je eerst meer weten over normalisatie? Dan is onze gratis webinar "Standardisation: The Basics" jouw kans om een eerste stap te zetten in deze boeiende wereld.