Een doeltreffend brandveiligheidsbeleid bestaat uit 4 fasen: brandpreventie –branddetectie – brandbestrijding – incidentenbeheer
Fase 1: brandpreventie
Beter voorkomen dan genezen. Brandveiligheid begint dan ook al bij het ontwerp of de renovatie van een gebouw. Architecten selecteren brandveilige bouwmaterialen en brandwerende wanden en deuren, kijken na of alle prestatiecertificaten in orde zijn, beslissen over(nood)uitgangen en nog veel meer.
Fase 2: branddetectie
Detecteer, lokaliseer en meld zo snel en betrouwbaar mogelijk het begin van een brand. Welke technologie je daarvoor het best toepast, hangt af van het type gebouw en de ruimtes.
Fase 3: brandbestrijding
Bij een brand is een automatisch blussysteem onmisbaar. Het beschermt gebouwen en mensenlevens. Populair zijn sprinklersystemen met water of schuim, watermistsystemen en gas- of poederblussystemen. Ze worden vaak opgelegd door de brandverzekering.
Fase 4: incidentenbeheer
Wanneer een brand uitbreekt, start je het bedrijfscontinuïteitsplan – een plan dat tijdens en na een incident houvast biedt. Het formuleert welke inspanningen nodig zijn om je bedrijf te vrijwaren van schade en wie de belangrijkste betrokkenen zijn.
Brandgevaar blijft een van de voornaamste bedrijfsrisico’s. Kantoorgebouwen, scholen, ziekenhuizen, productiefaciliteiten … voor elk gebouw is een uitgekiende strategie nodig om menselijke en materiële schade te voorkomen. En normen zijn het perfecte middel voor elke brandbeveiligingsstrategie.
Best practices voor brandpreventie, branddetectie en brandbestrijding helpen je om je gebouw te beschermen. Uit de ruim 600 internationale, Europese en Belgische normen die bestaan rond brandveiligheid filterde NBN de relevantste.