Interview jonge expert Bram Rotthier
Laatst bijgewerkt:
19/12/2024
NBN: Bram, kun je ons iets vertellen over je werk in normontwikkeling en hoe je hierin bent beland?
Bram Rotthier: Zeker! Mijn betrokkenheid bij normontwikkeling komt voort uit mijn academische achtergrond en mijn werk in de sector van lichte elektrische voertuigen. Ik werk bij Odisee Hogeschool als opleidingshoofd van de opleiding energietechnologie en heb eerder bij KU Leuven gewerkt als onderzoeker. Mijn interesse in lichte elektrische mobiliteit heeft me naar normontwikkeling geleid omdat het essentieel is voor de sector om objectieve normen te hebben die niet de belangen van specifieke bedrijven bevoordelen. Dit helpt de markt open te houden en bevordert de duurzame transitie die we nodig hebben.
Vanuit mijn academische werk ben ik betrokken geraakt bij normontwikkeling omdat het belangrijk is om objectieve normen te hebben die de markt niet beperken. Dit sluit aan bij de doelen van de VZW die ik heb opgericht, waar we ons richten op regelgeving en normalisatie binnen de sector van lichte elektrische voertuigen. We onderzoeken wat er nodig is om deze vorm van mobiliteit verder te faciliteren en de duurzame transitie te ondersteunen.
NBN: Kun je iets meer vertellen over je rol in de verschillende commissies en comités?
Bram Rotthier: Ik ben secretaris van de IEC TC125 voor lichte elektrische voertuigen en actief in verschillende werkgroepen zoals CEN TC333 voor fietsen en CLC/TC 21X voor batterijen. Daarnaast werk ik ook mee aan ISO/TC 149/SC 1 voor fietsen. Mijn betrokkenheid varieert per commissie; soms ben ik meer bezig met het bijwonen van vergaderingen en discussies, terwijl ik in andere commissies vooral documenten bekijk en van commentaar voorzie voordat ze gepubliceerd worden. Als secretaris van de IEC TC125 ben ik nauw betrokken bij alles wat daar gebeurt.
NBN: Hoe ervaar je de internationale samenwerking binnen deze commissies?
Bram Rotthier: De samenwerking is zeer divers en interessant. Er zijn duidelijke culturele en demografische verschillen tussen de deelnemers. Bijvoorbeeld, Japanse experts zijn vaak ouder, terwijl in China veel jonge mensen actief zijn. Standaardisatie is een langzaam proces, maar het is belangrijk om tot goed doordachte teksten te komen die door experts uit verschillende landen zijn besproken. Dit proces heeft zeker zijn waarde, ondanks de tijdsdruk die we in onze maatschappij ervaren.
Wat ik wel merk is dat men in sommige landen de rol van normontwikkeling hoger inschat dan hier in Europa en zeker in België. Daar kijken ze echt op de lange termijn, terwijl men hier teveel kijkt naar de winst op korte termijn. Dat staat haaks op het proces van normontwikkeling dat jaren kan duren.
Vooral in Aziatische landen zijn er duidelijke incentives voor bedrijven om mee te doen, terwijl het hier eerder afhangt van het individu. Iemand die al langer in normontwikkeling meedraait, zal zijn bedrijf ook makkelijker kunnen overtuigen om hierin te investeren, dan iemand die er nog maar een paar jaar werkt.
Dat geldt eigenlijk ook voor de academische wereld. Nochtans voel ik in de commissies waarin ik actief ben dat net die academische blik heel belangrijk is.
NBN: Wat zijn volgens jou de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van lichte elektrische voertuigen?
Bram Rotthier: De sector van lichte elektrische voertuigen is volop in ontwikkeling. We kijken naar de mogelijkheden en wat er moet gebeuren om deze vorm van mobiliteit verder te faciliteren. Dit omvat alles van elektrische stepjes en hoverboards tot elektrische fietsen. Nieuwe wetgeving baseert zich vaak op bestaande normen, dus actief zijn in normalisatie is cruciaal om de regelgeving te beïnvloeden.
NBN: Wat zijn de grootste uitdagingen die je tegenkomt in je werk met normontwikkeling?
Bram Rotthier: Zoals ik al zei, er wordt hier in onze contreien teveel op de korte termijn gekeken. Normontwikkeling is een langzaam proces, en het kan jaren duren voordat een norm wordt gepubliceerd. Dit staat soms haaks op de snelheid en de tijdsdruk waarmee onze maatschappij werkt. Het is belangrijk om een balans te vinden tussen snelheid en zorgvuldigheid om tot goed doordachte normen te komen.
Een ander probleem is de financiering. Deelname aan normalisatie is niet gratis, en zonder voldoende funding is het moeilijk om bedrijven en onderwijsinstellingen te overtuigen om deel te nemen. Voor grotere bedrijven is het vaak duidelijker waarom ze moeten investeren in standaardisatie, maar voor KMO’s of hogescholen is dit minder vanzelfsprekend. Het hangt vaak af van individuen die geloven in het belang van normontwikkeling en bereid zijn om hierin te investeren.
Gelukkig kan ik mijn deelname financieren door de combinatie die ik maak met de VZW. Zonder funding is het moeilijk om onderwijsinstellingen te overtuigen van deelname. Universiteiten die deelnemen aan normalisatie doen dit vaak via budgetten van onderzoeksprojecten.
Daarnaast moet je ook de culturele en demografische verschillen tussen de deelnemers leren kennen om optimaal samen te werken. Maar dat is tegelijk ook super interessant.
NBN: Hoe zit het met de diversiteit binnen de commissies en werkgroepen?
Bram Rotthier: Er is een grote diversiteit binnen de commissies en werkgroepen. Er zijn mensen met brede technische expertise, maar ook mensen met specifieke kennis. Sommigen kijken naar vereisten, terwijl anderen onderzoeken wat meetbaar is. We hebben mensen die het wetgevende kader kennen en minder de techniciteit, en we hebben consumentenorganisaties. Deze diversiteit is nodig om tot goed doordachte normen te komen.
Het is ook belangrijk om academici te betrekken, omdat zij een bredere blik kunnen brengen dan alleen de technische aspecten. Zij kunnen helpen om het bredere plaatje te zien en de normen te vertalen naar de praktijk. Daarom pleit ik voor meer samenwerking tussen academici en de normencommissies.
NBN: Wat doe je om KMO's te betrekken bij normontwikkeling?
Bram Rotthier: We geven workshops specifiek voor KMO's om uit te leggen hoe normalisatie werkt en hoe ze betrokken kunnen raken. Bijvoorbeeld, op Eurobike, de grootste beurs in Europa rond elektrische fietsen, hebben we een presentatie gegeven over normalisatie in het elektrische fietsen landschap. Ook op het International Cargo Bike Festival in Nederland hebben we workshops gegeven over standaardisatie voor cargobikes.
Het is belangrijk dat KMO's mee aan tafel zitten, omdat normalisatie vaak wordt gedomineerd door grote bedrijven. Door KMO's te betrekken, zorgen we ervoor dat hun belangen ook worden vertegenwoordigd en dat ze kunnen profiteren van de voordelen van normalisatie.
NBN: Wat zijn voor jou persoonlijk de voordelen van deelname aan normontwikkeling?
Bram Rotthier: Voor mij persoonlijk is het zeer verrijkend om deel te nemen aan internationale commissies. Het biedt de mogelijkheid om verschillende culturen en stijlen te leren kennen en hiermee om te gaan. Professioneel gezien is het netwerk dat je opbouwt van onschatbare waarde want ik heb altijd iemand die ik kan contacteren voor een of ander technisch vraagstuk. Dat gezegd zijnde, het is vooral mijn organisatie die de vruchten plukt van mijn werk in normontwikkeling.
Daarnaast vind ik het boeiend om te zien hoe normen tot stand komen en hoe ze de markt en regelgeving beïnvloeden. Het is een langetermijn investering, maar het heeft zeker zijn waarde. Het is ook een manier om bij te dragen aan de maatschappij door te werken aan objectieve en eerlijke normen die de markt open houden en de duurzame transitie ondersteunen.
Heb je veel ervaring in een bepaald domein? En wil je je kennis delen? Doe dan mee aan normontwikkeling!
